maandag 27 juni 2011

Reactie van AOB aan Tweede Kamerleden voor kamerdebat passendonderwijs 29 juni

Geachte leden Vaste Kamercommissie,
 
Passend onderwijs was op de goede weg. In het basisonderwijs groeide al jaren het besef dat méér leerlingen op een gewone basisschool kunnen worden opgevangen. Het overhoop halen van het stelsel en de bijbehorende bezuinigingen doorbreken die goede ontwikkeling. De bezuinigingen op ambulante begeleiding zullen er voor zorgen dat scholen weer sneller leerlingen gaan verwijzen. De groepsvergroting in het speciaal onderwijs zelf maakt dat het werken daar veel zwaarder wordt. In het voortgezet onderwijs zien wij bij lwoo, praktijkscholen en ambulante begeleiding een vergelijkbare trend: de groei is er uit, meer en meer kinderen worden met extra hulp binnen het gewone voortgezet onderwijs opgevangen. De groei van het speciaal onderwijs concentreert zich volledig in het voortgezet onderwijs bij leerlingen met zeer ernstige problemen. Het is zorgwekkend dat een steeds groter deel van de jongeren te kampen heeft met ernstige psychische, cognitieve en opvoedkundige problemen. Dat label krijgt een kind niet zo maar. Soortgelijke signalen bereiken ons uit de jeugdzorg. Dat alles vraagt om een andere aanpak dan de bezuiniging van 300 miljoen, het schrappen van 6000 arbeidsplaatsen in de zorg voor deze leerlingen. Dat vraagt om twee denklijnen:
Passend onderwijs moet een nieuwe fase in. Op basis van de gunstige ontwikkelingen in het basisonderwijs kan het stelsel worden verfijnd en versterkt, mits de huidige middelen behouden blijven.
Voor de groeiende groep leerlingen met zeer ernstige problemen moet samen met jeugdzorg gekeken worden naar een effectieve aanpak.
Aanbevelingen van de Evaluatie Commissie Passend Onderwijs (ECPO) tonen aan dat er nog veel voorbereidend werk moet worden verricht. De overheid blijft onduidelijk in de formulering van de basiszorg die iedere school moet kunnen bieden. Zeggenschap, inspraak en de professionele ontwikkeling van de mensen die het onderwijs geven, worden in het voorstel van de minister niet adequaat behandeld.

Aanbevelingen ECPO
De AOb staat zeer positief tegenover de aanbevelingen van de ECPO omdat ze de gevolgen van de voorgestelde wetgeving passend onderwijs goed in kaart brengen.
De AOb ondersteunt het verzoek van leden van uwcommissie aan de minister om op alle aanbevelingen afzonderlijk te reageren.

Basiszorg en zorgprofiel
De AOb vindt het noodzakelijk dat de overheid het initiatief neemt om de basiszorg van een reguliere school in het funderend onderwijs te formuleren. Ouders kunnen de schoolkeuze voor hun kind beter bepalen met een voor elke school geldende omschrijving van de basiszorg . Leraren weten bovendien beter wat er van hen wordt verwacht.

Samenwerkingsverbanden krijgen de verantwoordelijkheid over zorgprofielen van de scholen en bepalen de wijze waarop de middelen verdeeld worden. Dit betekent dat een leerling in de ene regio wel extra ondersteuning krijgt en in een andere regio niet. De AOb wil deze rechtsongelijkheid voorkomen door landelijke onafhankelijke criteria in te voeren. Met een wettelijk referentiekader erbij is de rechtszekerheid voor onze leerlingen beter geborgd.

De zeggenschap en professionalisering
Leraren zijn in het hele beleidstraject passend onderwijs opvallend onzichtbaar, concludeert Prof. Dr.Waslander in haar rapport “De geschiedenis herhaalt zich”. Keer op keer benadrukt de ECPO de rol van de leraar en de ondersteuning die nodig is. Veel effect heeft dat de afgelopen jaren niet gehad. De AOb wil aanpassing in de relevante wetgeving. De zeggenschap en inspraak van de leraar moet beter worden vastgelegd Over onder meer het zorgprofiel in de school, de persoonlijke ontwikkeling en professionalisering. De AOb vraagt de Tweede Kamer de minister te verzoeken om in overleg met het veld tot een nieuw voorstel over inspraak te komen waarin het onderwijspersoneel wel een duidelijke positie krijgt.

Expertise ambulante begeleiders
Om de stelselwijziging passend onderwijs te laten slagen is het noodzakelijk de expertise van de ambulant begeleiders in te zetten. De AOb pleit daarom dringend voor werkbehoud van deze werknemers. Bovendien wil de bond afspraken voor deze groep, zodat zij kunnen worden ingezet voor “coaching on the job” in het regulier onderwijs. Ook kan deze groep worden ingezet bij de lerarenopleidingen, of als specialisten onderwijszorg die teams en leerlingen ter plekke begeleiden op de scholen. Diverse onderzoeken wijzen uit dat personeel in het regulier basis en voortgezet onderwijs behoefte heeft aan ondersteuning ter bevordering van de eigen handelingsbekwaamheid om deze leerlingen daadwerkelijk passend onderwijsaanbod te geven. De professionaliseringsmiddelen van 150 miljoen euro die op de begroting gebudgetteerd staan, kunnen daarvoor ingezet worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten