dinsdag 29 januari 2013

verslag het beste van twee werelden eigen kracht en ggz


Het beste van twee werelden Eigen Kracht en GGZ

Conferentie 28 januari 2013 Curium Oegstgeest

 

Robert Vermeiren

Doelbewust zijn mensen uit verschillende geledingen uitgenodigd, behandelaren, clientenvertegenwoordigers en beleidsmakers. Vanochtend was Loes Ypma PVDA (primair en speciaal onderwijs, passend onderwijs, Jeugdzorg) aanwezig. Zij had graag aanwezig willen zijn maar is verhinderd vanwege een debat. Er zal aan haar terug gerapporteerd worden want zij is zeer geïnteresseerd.

Aanvankelijk was Robert erg kritisch ten opzichte van Eigen Kracht. Hoe kun je ouders loslaten en zeggen doe het maar zelf? Robert leerde Miek kennen van het gedoe over ADHD via blogs en columns over en weer, Platform Verontruste Ouders en We Bouwen Samen. Hij was verbaasd te horen dat Miek Eigen Kracht coördinator was.

Via Miek kwam Robert in contact met Rob van Pagee en hij werd geraakt door het ware verhaal.

Agaath Koudstaal (ontwikkelings- en persoonlijkheidsstoornissen) gaat in op de vraag wat Curium er eigenlijk aan doet. Omgaan met agressie: hoe kunnen we Eigen Kracht beter gebruiken?

Het is een onderdeel van de transitie, de inhoudelijke verandering jeugdzorg GGZ.

Robert volgde het afscheidssymposium van Micha de Winter via twitter (Milou van Hintum). Het versterken van de omgeving is een mooi idee. Maar is Eigen Kracht de totale oplossing?

Hoe kunnen we Eigen Kracht introduceren in ons eigen hulpverleningssysteem, bijv. binnen Bureau Jeugdzorg. Hoe kunnen we Eigen Kracht en een andere vorm van hulpverlening aan elkaar aanpassen en vormgeven? Wat kan het beleid hierin doen?

 

Rob van Pagee Eigen Kracht.

Eerst de leefwereld. Verander de volgorde in de zorg en hulpverlening, Eigen Kracht en de GGZ. Landelijke eigen kracht centrales is het meest ideale. Not for profit met een missie. Toen Rob in 2000 over Eigen Kracht hoorde vond hij het een beetje soft klinken. Tegenwoordig gonst het door het hele land heen en staat het in gemeentelijke nota’s. Er hangt een geur omheen dat het goedkoper is. Het is een doorleefd besef dat mensen altijd een eigen kring hebben (Jos van der Lens 2011). De ontwikkeling van de verzorgingsstaat betreft niet jezelf. Je gaat met eigen naasten in een kring aan de slag. De kracht van deze kring is als een motor. De individuele samenleving is niet waar.

Maar…de motor kan uitslaan, lijkt soms niet aanwezig, hij pruttelt slechts of slaat weer af. Maar iedereen heeft een eigen kring, de motor is wel aanwezig. Hoe krijg je de motor weer aan de praat. Er blijken onvermoede krachten aanwezig.

De inspiratie komt uit Nieuw Zeeland. Een op burgerkrachten gebaseerde procedure om families te beschermen tegen inbreuk makende interacties van de overheid en derden (systeem dekonaliriseren). Groupconferences: als er iets is mag de overheid niet als eerste ingrijpen maar burgers met hun eigen kring. Hiermee wordt het stelsel omgekeerd. Het is vanuit rechten door juristen bedacht. Geen hulpverleningsmodel maar het recht veranderen. Een conflict is het eigendom van de burger. Overheid en professionals werken met een andere mindset. De leefwereld komt centraal te staan. Problemen overnemen is ook afpakken.

Bij ons komt een aanvraag binnen en een onafhankelijke coördinator gaat voorbereiden. Een conferentie bestaat uit 1. Delen van informatie (evt. wordt hier een kader in gesteld) 2. Besloten gedeelte tijd van familie en netwerk 3. Overeenstemming en afspraken maken. De coördinator maakt een plan en er komt een evaluatie.

Een bekende vraag is bijv. waar kan dit kind veilig opgroeien? De informatie kan komen van hulpverlening, scholen, jeugdzorg, therapeuten en wordt gedeeld met de familie en het netwerk.

Kader: de overheid kan aan zeggenschap van burgers over hun eigen leven randvoorwaarden stellen. Hoe meer vertrouwen de hulpverlening heeft hoe minder kaders de familie nodig heeft. Vaak hebben hulpverleners en familie dezelfde ideeën over kaders.

Het maakt niet uit over welke conflicten of kwesties het gaat of welke mensen wel of niet. Het gaat niet over hoe de directe kring van mensen rond het probleem aangesproken wordt. De familie maakt het plan zonder enige inbreng.

De veerkracht in de samenleving wordt geactiveerd. Men leert van het gevraagde in plaats van aanbieden van het bestaande. Men gaat uit van het netwerk en het mobiliseren daarvan. Dit vergt ook een andere afrekening van professionals, niet meer op het aantal interventies maar op de veerkracht in de samenleving.

De zorgpunten nemen sneller af. Plaatsingen duren korter en vaker dichterbij (bijv. eigen familie). De zorgconsumptie neemt af en de regie wordt meer bij de familie gelegd. Er is toename van cohesie; na 9 maanden nog waarneembaar. Het is kostenbesparend.

Opbrengsten voor de burger: er is meer steun uit eigen kring en meer opvang in eigen kring. Er is een integraal plan. Er is een snelle verbetering van de situatie. Een snelle afname van zorgpunten en er is eerder veiligheid. Het probleem blijft bij de eigenaar (de burger) en men heeft de regie in eigen hand.

Opbrengsten overheid/organisaties. Burgers die verantwoordelijkheid nemen. Toename van de sociale cohesie. Professionals worden minder belast zonder een oneigenlijke last op de schouders. De regie ligt bij de burger. Er is een betere samenwerking tussen hulpaanbieders. Er wordt efficiënter gebruik gemaakt van middelen. Het scheelt 21.000 per kind (Jeugdzorg Amsterdam)

Het gaat verder dan Jeugdzorg. Er is herstel in een groep buurt en wijk. Het kan ook dienen voor kwesties op school. Conflicten tussen dader en slachtoffer nemen af. Het wordt ook ingezet bij dreigende uithuiszetting (Eigen Haard). Er kan een plan van aanpak bij huiselijk geweld gemaakt worden. Scholieren worden binnenboord gehouden. Het risico van obesitas kan tegengegaan worden, tijdens en na een echtscheiding ingezet worden, werkzoekenden, BOPZ. Het stelt ouder(s) in staat om binnen zes weken een plan van aanpak op te stellen of een bestaand plan aan te passen.

Cornelie de Mare-Tak verteld over haar werk als regiomanager, specifiek voor de situatie in Zuid-Holland. Zij begeleid coördinatoren en belegd regio-overleggen met de coördinatoren. Zij bespreekt met de coördinator hoe een conferentie aan te pakken, de te volgen stappen en geeft tijdens het hele proces feedback.

Miek Wijnbergen is zelf moeder van twee kinderen met autisme, oudste ook ADHD, en een licht verstandelijke beperking. Zij heeft altijd ook hun vragen als ouders aan de hulpverlening voorgelegd. Waar vonden zij dat hulp bij nodig was. In haar vrijwilligerswerk voor de NVA en Balans werd zij gevraagd informatie te geven over licht verstandelijke beperking en ADHD in het eerste deel van een conferentie. Zij raakte daardoor enthousiast over het idee van Eigen Kracht. Dat had zij destijds ook willen hebben. Als een vriendin bijv. destijds had voorgesteld eens in de twee weken een dolle avond te maken dan was dat zeer welkom geweest.

Een casus uit eigen ervaring.

De conferentie moest gehouden worden van Bureau Jeugdzorg. Het betreft een moeder van 5 jonge kinderen. Eerst moest het vertrouwen van de moeder gewonnen worden. Vaak zien mensen je eerst als hulpverlener en moet je duidelijk maken dat je dat niet bent. Het gaat om hun plan hun oplossingen. Een coördinator is onafhankelijk en neutraal. Er wordt niet gereageerd op uitspraken van de hulpverlener maar ook niet op die van ouders (ze zijn er nooit als je ze nodig hebt of ze luisteren niet).

Via het spelen met de kinderen werd het vertrouwen van moeder gewonnen. Ook vond ze het belangrijk hoe haar netwerk tegenover mij en het idee van Eigen Kracht stond. We hebben op een middag de vragen met elkaar doorgesproken.

De twee oudste kinderen (broers) zijn uit huis geplaatst. De zorg gaat o.a. over de overige drie kinderen.

De oudste lijkt problemen te hebben op het gebied van ADHD en reageert soms agressief. De eennaoudste zoon die uit huis geplaatst is woont bij een vriendin aan de andere kant van het land. Hij uit zich heel moeilijk en verwerkt alles in zichzelf.

De kinderen zijn af en toe bij vader als hij in Nederland is (is veel op vakantie). De ouders zijn gescheiden en er is regelmatig onenigheid. Zij communiceren via de rechtbank.

Er zijn duidelijke afspraken nodig over de bezoekregeling zowel naar vader toe als de kinderen onderling.

Moeder lijkt de ene keer prima te begrijpen wat de kinderen nodig hebben en waar de problemen liggen. Een andere keer snapt zij niet waar de hulpverlening zich druk om maakt en waarom er zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen. Zowel de vader als de moeder vinden het heel belangrijk dat de kinderen goed presteren en vragen soms teveel van de kinderen.

Het lijkt erop dat moeder regelmatig overvraagd wordt en zij reageert dit dan af op de kinderen.

Er zijn een paar betrokken vrienden. Zij worden door de informatie geconfronteerd. Zij wisten niet goed wat er speelde.

Zus van moeder heeft een samengesteld gezin maar wil wat bijdragen. De eennaoudste zoon kan altijd bij haar terecht en kan altijd bellen. Hij kan komen logeren op data die zij zal aangeven.

Opa en oma zijn vooral gericht op de twee oudste kinderen. Met name oma wil graag wat betekenen maar communiceert niet altijd goed met moeder dus er zijn duidelijke afspraken op papier nodig. Moeder reageert wisselend, de ene keer valt er goed met haar te praten en de andere keer is zij bozig. Opa houdt zich op de vlakte.

De vader van moeder, andere opa, wil ook graag meedenken maar er leeft boosheid over de vader van de kinderen.

In de voorbereiding van de conferentie blijkt het laatste kind niet een kind van vader te zijn. Betrokkenen uiten zich hierover maar uiteindelijk blijkt dat iedereen vindt dat het contact met vader moet blijven en er duidelijke afspraken over nodig zijn. In de conferentie kan iedereen zijn of haar gevoelens hierover uiten.

Vader wil niet meedoen maar heeft wel antwoord gegeven op de vragen en aangegeven dat hij wil meewerken aan een bezoekregeling.

Haaks daarop besluiten ouders hierover een rechtszaak te beginnen. Dit hebben wij verder laten rusten.

In een andere rechtszaak wordt de OTS verlengd van de oudste twee jongens en moet in een Eigen Kracht Conferentie duidelijkheid komen over de overige drie kinderen.

Oudste zoon komt in een observatiegroep (diagnostiek) en zal behandeling krijgen. In de weekenden is hij bij opa en oma en op woensdagmiddag gaat hij naar moeder.

Het pleeggezin wordt voor de eennaoudste verlengd. Vrienden helpen bij het vervoer zodat het contact met de drie overige kinderen en de oudste broer gegarandeerd is.

Moeder krijgt een persoonlijkheidsonderzoek (dit stond naast de bezoekregeling in het kader van Bureau Jeugdzorg) bij een erkende van tevoren goedgekeurde psychiater. Zij staat open voor begeleiding en behandeling.

De oudste twee jongens gaan op vakantie met opa en oma.

Er is een persoon op school waar de een na oudste terecht kan. Er zullen regelmatig gesprekken plaatsvinden.

De drie jongsten krijgen alle drie een vertrouwenspersoon. Deze personen ondersteunen moeder in de opvang van de kinderen, halen en brengen naar clubjes e.d.

Een persoon coördineert de opvang per week. Deze persoon heeft wekelijks contact zowel met moeder als de overige drie kinderen. Nagegaan wordt welke ondersteuning wanneer nodig is.

 

Aan de hand van de casus worden veel vragen gesteld en beantwoord door Rob van Pagee, Cornelie de Mare-Tak en Miek Wijnbergen.

Kirsten van Gink – Niet gewelddadig verzet

It takes a village to raise a child

Non Violent Restistance – NVR

Ouders van Sam, 14 jaar (PDD-NOS).

Zij melden zich opnieuw aan bij de polikliniek want ze zitten met hun handen in het haar met hun zoon. Hij is weg zonder dat ze weten waar hij is, hij rookt wat de ouders absoluut niet willen, en hij is betrokken bij vechtpartijen. Regelmatig staat de politie voor de deur. De ouders hebben al van alles geprobeerd. Er heeft behandeling plaatsgevonden, psycho-educatie en ouderbegeleiding maar als snel ontstonden weer problemen. Ouders voelen een enorme schaamte en voelen zich incompetent.

Ouders raken steeds meer geïsoleerd. Moeder probeert Sam te overtuigen. Vader is meer van de harde aanpak wat moeder weer probeert te sussen. Ze zitten onderling niet op een lijn.

NVR voor wie? Gezinnen waarbij sprake is van een patroon van gewelddadig gedrag of sterk afwijkend patroon. Hoe zorg je dat de ouder betrokken is en zich kan inleven in het kind. Er wordt openheid nagestreefd. Noem het beestje bij de naam. Hoe kun je ondersteunen? Leren de-escaleren. Uiteindelijk samenwerken en grenzen aangeven.

Het doel is van onmacht naar kracht te komen. Ouders worden in hun kracht gezet. Door het zelfvertrouwen komt er weer regie over de opvoeding en het leven. Je kunt mensen niet vertellen wat er aan de hand is. Ouders zijn bang voor een oordeel (geen goede ouders te zijn). Als het dan uiteindelijk aan de buurvrouw wordt verteld wil die heel graag helpen. Er wordt aan de ouders uitleg gegeven over het belang van transparantie en openheid. Er wordt steun gezocht en het netwerk wordt vergroot. En welke hulp van anderen is nodig? De ouderlijke aanwezigheid wordt vergroot. Geleerd wordt om prioriteiten te stellen. Als ouder de regie leren houden. Geleerd wordt een duidelijke stellingname te maken aangaande onacceptabel gedrag van het kind. Maar ook het verzoenen.

NVR en het vergroten van Eigen Kracht. Inzetten in het eigen netwerk is fundamenteel. Ouders bepalen zelf tegen welk gedrag ze zich willen verzetten en welke hulp ze nodig hebben.

Door de opzet van de cursus wordt het eigen netwerk groter en hebben ouders meer vertrouwen in de toekomst. Er is een stuk minder ruzie. Er is meer ruimte om echt te praten over wat nodig is. Sam staat meer open voor ondersteuning en kan overleggen met zijn ouders. Er wordt meer ruimte gecreëerd voor andere zorg (psychiatrie) en deze te laten lukken. Er gaat minder tijd verloren aan strijd.

Er worden ook teams getraind zoals een semi residentiële afdeling waar ook een stukje ouderlijk gezag wordt gegeven. Op de werkvloer wordt men soms ook moedeloos van gedragsproblemen. Bij de aanmelding moet duidelijk zijn dat dit iets is wat we samen gaan doen. Ouders worden constant betrokken en het netwerk wordt ingeschakeld. Ouders willen graag uitrusten na aanmelding (begrijpelijk). Ookal kun je zelf niet wie kan dan wel komen? Ouders raken geïnteresseerd en op de groep en in thuisbegeleiding. De groepstraining is tien keer elke week. NVR is juist voor ouders, er komt meer interactie met hun kind. Het kind ziet het probleem niet of wil niks. Pas na het doorlopen van het traject wordt gekeken naar de mogelijkheden bij het kind. Ouders leren tools. Je moet niet voor de ander denken. Dit gebeurt-dit kan niet-wat voor oplossing heb jij (het kind).

 

Agaath Koudstaal (zorgprogramma persoonlijkheidsstoornissen)

Poliklinisch en (dag)kliniek behandeling voor jongeren 12-20 jaar met (trekken van) persoonlijkheidsstoornis

Veranderen doe je niet alleen Eigen Kracht in de GGZ

De jongere ervaart zichzelf als moeilijk en heeft weinig vertrouwen. Waar zit de Eigen Kracht? Bereik je met gedrag wat je zou willen?

Er is gestart met ouderavonden, sinds twee jaar netwerkavonden.

Belangrijk is de kring te vergroten. Hoe mobiliseer je meer krachten om de jongere en ouders heen? Er is steeds meer behoefte om de kracht van het netwerk beter te verbinden met behandeldoelen. De jongere en de omgeving hebben intense emoties en heftige reacties. De oplossing wordt het probleem. De jongeren geven veel kleur maar de afstemming is vaak lastig. De oplossing is snijden (zichzelf beschadigen). Als ouders geen eisen stellen wordt het stressniveau lager.

We moeten niet als eerste aan een Eigen Kracht Conferentie denken. De kluwen van problemen moet uit elkaar getrokken worden.

Dirk is 18 jaar en is aangemeld vanwege depressieve klachten. Hij heeft sterk vermijdend gedrag evenals zijn vader. Beiden gebruiken drank om zich wat losser te voelen. Moeder is veel in het buitenland bij familie. De stemming klaart tijdens de opname goed op maar het lukt niet om een sociaal leven thuis op te bouwen. Er volgt een conferentie. Vader blijkt veel minder passief dan gedacht en schakelt broers en nichtjes in.

Kelly is 17 en haar ouders zijn gescheiden. Zij heeft grensoverschrijdende seksuele ervaringen gehad. Van jongs af aan zijn er heftige emotionele reacties. Haar ouders steunen door te pogen spanning te vermijden. Er is gering zelfvertrouwen. Het meisje vraagt zeer indirect om hulp. Het wisselt tussen sterk ik wil dood/neem het over/niks aan de hand/bemoei je er niet mee. In een conferentie wordt een plan voor de toekomst gemaakt. Er is een systeemtherapeut en een toekomstige woonplek gevonden.

Ouderbegeleiding en systeemtherapie. Wanneer zet je het in, waar in het proces. Hoe geven we jongeren zoveel mogelijk regie. Waarop zijn behandelaars sturend en wanneer zijn de oplossingen van het netwerk leidend? Wie doet het en hoe wordt ruimte gemaakt? Er moet goed contact met de familie zijn en geen contra-indicaties. Wat is het doel?

Na de pauze gaan we in zes groepjes uiteen praten over:

1.       Waar liggen er kansen voor het integreren van Eigen Kracht en GGZ? Beschrijf waarom of enkele voorbeelden

2.       Wat zijn de (huidige) belemmeringen?

3.       Hoe kunnen beleidsmakers kansen faciliteren?

Er vindt een actuele verandering in de GGZ plaats. We moeten de verantwoordelijkheden meer bij ouders en jongeren leggen.

Sinds twee jaar is receptioniste manager psychiater iedereen in een model van besef wat jij doet heeft effect op de ander. We moeten gebruik maken van de verantwoordelijkheden van ouders en jongeren hierin. Belemmeringen kunnen zijn cultuur en actuele veranderingen in de GGZ. Voor sommigen is het een oplossing maar dan met een andere financiering. Men moet met elkaar willen. Centraal moet komen te staan hoe we met elkaar omgaan. Ouders zijn meer maatschappelijk betrokken (opvoedingsdebat).

Ouders en jongeren moeten overeind gehouden worden. Door het netwerk te betrekken stimuleer je automatisch eigen kracht. De jongeren zijn kwetsbaar. In het voorstadium kun je daarin binnen het netwerk uitleg aan geven, dat werkt ondersteunend er ontstaat meer begrip. We hebben een hulpverlenersbril en willen zelf het voorwerk verrichten (valkuil). Hoe zit het, met elkaar van gedachten wisselen, misschien vergeten we basale dingen.

Er moet ruimte zijn om richtlijnen te geven. We mogen deze stap niet overslaan. Niet bij de aanmelding een conferentie overwegen. Wij gaan aan de slag. Eerdere hulp heeft niet gewerkt. Er moet geinventiseerd worden in nieuwe hulp: het netwerk met elkaar om stappen te nemen. De vraag naar hulpverlening  en je krijgt alles op je bordje. We moeten mensen niet het bos insturen, kom terug en verder kijken. Als de huidige hulpverlening denkt over doorverwijzen en er komen nieuwe hulpverleners (en een Eigen Kracht Conferentie overslaan). Als GGZ een opname niet overneemt kan een Eigen Kracht Conferentie georganiseerd worden. Maar het kan ook andersom ook na de opname kan een conferentie georganiseerd worden. Of helemaal aan het begin, welke richting gaat het uit? Het moet ook serieus genomen worden. De hulpverlening moet een centrale rol hebben. Wie zijn wij om te beslissen? Hoe laat je eigen kracht zijn zonder overnemen van de hulpverlening? Soms is het ook goed even te laten mislukken even met de neus tegen de deur.

Een professional zou dit ook goed kunnen. Je gaat niet eerst ouders vaardiger maken en vervolgens Eigen Kracht inzetten. Een cultuuromslag is ook een kans. Je bent minder behandelaar (doet zoals hij doet). Het wordt een lastige klus dat om te vormen. Er zijn verschillende culturen.  Het is veel efficiënter de GGZ behandeling een groter onderdeel van het plan te laten zijn. We moeten op behandeling inzetten.  Een groot deel van de GGZ bestaat uit enkelvoudige problematiek.  Op de leefomgeving gericht is niet zo gewoon. Bij een brede problematiek is het zinvol. Het onderwijs is belangrijk. Gebruik het bij gezinnen die aangeven waar het mis gaat. Een belemmering is de DBC cultuur. Een andere bekostiging is beter passend.

Het moet geen semi-vrijheid zijn (ouders het idee geven het in de hand te hebben en dreigen dat het uit handen genomen wordt). Ouders hebben het gevoel de controle kwijt te raken. De zorg moet veel meer in vaste lijnen, sneller in en uit terwijl de zorg doorgaat. Het lijkt wel alsof er verschillende talen zijn, we moeten elkaars taal gaan praten. Met elkaar en naast elkaar.

Er is prestatiebekostiging. Het oorspronkelijke idee van DBC. Betalen voor wat je doet en verantwoord waarvoor je geld hebt gevraagd. Beleidsmakers gaan rigide met de afspraken om.

Er zijn grote kansen voor kind en jeugd. De hele GGZ, het hele systeem heeft een probleem. We kunnen meer bij onze taak diagnostiek en behandeling blijven. Als er zorgen zijn op school etc. leg je met Eigen Kracht terug. Het is niet een heilig model. Maar het is o.k. om van eigen kracht uit te gaan. Diagnostiek en behandeling zijn goed daar zijn we goed in en dat blijven we doen. Er zijn verschillende ontwikkelingen en verschillende werkrelaties onder de psychiatrie (verschil 6 of 16) De geschiedenis van de GGZ, problemen in de samenwerking en kostenpartners. Wie doet de nazorg? Hoezo nazorg? Gewoon zorg!

Er is een wisselend perspectief. Het idee over verwaarlozing, protocol mishandeling, verandering. Thirst things thirst. Niet als eerste Eigen Kracht.

Ga voor de herstelvisie, systeemvisie, Eigen Kracht, Een gezin een plan. Het is lastig werken met een gezin een plan. We moeten elkaar vinden in eigen visie. Er is een mindset nodig om in eigen kracht te denken. Mensen moeten minder geïsoleerd worden, er is een hele kring nodig. Systeem denken en handelen.  Vroeger waren mensen gehospitaliseerd in een instelling, later zijn velen eruit gekomen. Veel mensen komen hier om hulp. Belemmeringen zijn verschillende financieringsstromen, de bekostigingsstroom. Het kan moeilijk zijn je ellende in een kring te delen en het kan moeilijk zijn een kring bij elkaar te krijgen. Hoe krijg je het van aanbod gestuurd naar vraag gestuurd. Een hulpverleningsmethodiek, eigenaarschap bij cliënten en het overnemen van regie. Er is wantrouwen wat kan GGZ wel/niet doen. Niet alleen gezondheid maar ook schulden zien. Ouders vertellen wel je zit niet met privacywet. Waarom wel of niet? Hoe en wanneer hoe breed en hoe snel. Psycho-educatie is belangrijk. Er moet opgeleid en geïnstrueerd worden.

8 maart komt er een vervolg in Boerhaave (1 gezin 1 plan, transformatie en transitieproces). Trust the proces! Casuïstiek is een goede manier om te ontdekken wat kan.

En hiermee sluiten we een inspirerende middag af en gaan aan de borrel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten