Gisteren Hollandse Zaken gezien waarin de vraag centraal stond of het al of niet zin had om te labelen. Je kunt bijv. tegen een weigerschool aanlopen, of niet toegelaten worden tot een verzekering met een diagnose. Ouders kunnen bang zijn voor het toekomstperspectief van hun kind.
Een moeder van een gezin, allen gediagnosticeerd behalve vader (nog in onderzoek), zei het mooi vond ik. Zij zei: je niet laten diagnosticeren is jezelf stigmatiseren.
Eigenlijk ga je dan akkoord dat het mogelijk is dat scholen je omwille van je diagnose weigeren. Of allerlei andere zaken waar je door je label tegenaan loopt. Je bestrijd het stigma niet maar houdt het in stand.
Met mijn ouders ging ik een keer met de auto naar bossen die ik helemaal niet kende. We gingen ergens naar binnen in een mooi statig pand en ik herinner me daar gespeeld en gepraat te hebben met een mevrouw.
Ik was 42 toen ik het wel eens wilde weten. Ik herkende zoveel van de kinderen (gediagnosticeerd met autisme) dus ik wilde weten hoe het zat. Herkende ik zoveel door alle boeken die ik verslond over het onderwerp of herkende ik het omdat ik zelf ook een diagnose autisme had. Ik deed een aantal testen en gesprekken en toen kwam de diagnose autisme. Alle puzzelstukjes vielen met een smak op hun plaats. Ik kon zoveel verklaren achteraf. Ik vond het moeilijk, maar het gaf ook erkenning.
Toen ik dit mijn ouders vertelde zeiden ze ja, dat zei die mevrouw Nanninga destijds ook al.
Ik wist meteen waar ze het over hadden maar ook dat we het na dat bezoek nooit ergens over gehad hadden. Achteraf gezien was ik als kind al gediagnosticeerd. Ik begrijp nu mijn ouders wel, ze hadden het goed met me voor. Ze dachten dat het mijn ontwikkeling in de weg zou staan. Liever deden ze alsof er niets aan de hand was.
Maar ik heb me in mijn jeugd erg eenzaam gevoeld. Opleidingen lukten niet, baantjes waren kort en ik sprong van het een in het andere. Moeizaam. Maar vooral voelde ik mij een buitenbeentje. Ik was anders maar kon er de vinger niet op leggen. Ook nooit begeleiding gehad. Maar bovenal gaf ik mezelf altijd de schuld. Mijn zelfbeeld was echt onder nul. Ik was een mislukkeling.
Toen ik mijn man tegenkwam en via hem vrienden kreeg werd dat wel langzaamaan beter. Ik werd voor het eerst niet afgewezen omdat ik ik was.
Destijds lag er een enorm taboe op een psychiatrische diagnose. Daardoor is ook nooit mijn vader gediagnosticeerd, terwijl hij zich nu in onze kinderen herkent. Hij is vastgelopen op zijn werk, overspannen geraakt. Via via beter werk gekregen, zelfstandig, overzichtelijk. Sociaal Emotioneel moeilijk, moeilijk, moeilijk. Onze relatie is pas na mijn diagnose beter geworden. Duidelijk autistisch maar zonder diagnose en begeleiding.
En ook tegenwoordig zijn psychiatrische problemen niet echt geaccepteerd. Het is niet voor niets dat SIRE een campagne gestart is.
Sommige ouders bepalen voor hun kind geen diagnose te stellen. De problematiek is maar licht zeggen ze dan. En later krijgt zo'n kind er last van. Maar ook kinderen met lichte problematiek kunnen grote problemen krijgen wellicht juist omdat ze zo goed het verschil beseffen.
Een diagnose heeft voor mij veel met mijn identiteit te maken. Erkenning. Niet voor een diagnose heeft voor mij te maken met het kind niet volledig accepteren zoals hij of zij is.
Ik lees veel blogs. Ook blogs van mensen die ondanks hun makke zich een goede plek in de maatschappij weten te bemachtigen. Sommigen kunnen genieten van de positieve kanten van een diagnose. Soms is het ermee kunnen leven. Mensen lijken er sterker door te worden. Ik mag er zijn!
Ik hoop dat mensen zichzelf kunnen waarderen, met hun diagnose.
Laten we ophouden er zo negatief tegenaan te kijken.
Het is goed zoals je bent!
Miek
Geen opmerkingen:
Een reactie posten