woensdag 19 juni 2013

Remko Iedema: horror of kans? transitie jeugdzorg


Horror of kans?

Dat de Jeugd-GGZ niet zit te springen om de transitie Jeugdzorg is duidelijk. Via de Sociale Media circuleren columns en petities die ware horroscenario’s schetsen. Scenario’s waarbij je wellicht met je kind naar het stadhuis moet, waar je een regisseur wordt toegewezen terwijl medicatie wordt afgepakt. Of scenario’s waarbij een paniekerig, ondeskundig ambtelijk apparaat zich ineens verantwoordelijk gesteld ziet voor specialistisch verantwoordelijk werk (en dat uit ondeskundigheid het roer omgooit). Het debat vind ik goed, de sfeer van bangmakerij die het oproept baart mij zorgen. Zorgen, omdat sommige columnisten laten vooral laten zien weinig van gemeenten af te weten en omdat integer bedoelde uitingen vast zorgen oproepen bij die mensen die daar niet op zitten te wachten. En bij sommigen heb ik het vermoeden dat ze meer met zichzelf bezig zijn dan met hun cliënt.

Tijdens een werkbijeenkomst Jeugdzorg, op locatie van Karakter, kwamen deze zorgen allemaal langs. Alle zorgaanbieders waren er, gelukkig ook een boel gemeente-ambtenaren en -bestuurders. Cultuurverschillen zaten alleen al in het taalgebruik. Waar de één het heeft over ‘patiënten’, praat de ander over ‘burgers’. Houd dat verschil even vast.

Toch was het geen bijeenkomst van zorgen. Of horrorscenario’s. Dat de sector geen warm voorstander is van de transitie was duidelijk en er werd goed over gesproken. Ook wezen sommigen op de wolligheid die omgang met gemeenten kan opleveren en het geërodeerde imago van CJG’s. Maar de energie ging pas echt stromen toen de voorzitter de kansen van de transitie ging inventariseren.

De toegankelijkheid en bereikbaarheid worden beter. Dat is de kern van de winst, zeiden sommigen. Een aantal sprekers had al gewezen op het belang van (meer investeren in) vroegtijdige diagnostiek. Ook hier biedt de transitie kansen, versterkt doordat de verkokerde financieringsstromen in één hand komen. Meer dan anderen kunnen gemeenten breder inzetten op een breed zorgveld. Bij dat laatste zat een bruggetje naar de volgende kans: gemeenten kunnen situaties integraler benaderen, wat echt voordelen oplevert voor mensen die langdurige zorg nodig hebben. Denk bijvoorbeeld aan verbindingen naar het voorkomen van schooluitval, wonen, sport, werken; hier kunnen gemeenten regie nemen op de ketensamenwerking. Regievraagstukken moet je niet bij specialisten neerleggen, zei een aantal specialisten.

Wat een aantal critici van de transitie wellicht niet weet is dat gemeenten hier al veel ervaring mee hebben. Denk bijvoorbeeld aan de opvang van verslaafden, regie op multiproblem gezinnen, de begeleiding van tienermoeders en de opvang van dak- en thuislozen. Niet zelden zijn dit mensen met ook een psychiatrische problematiek. Natuurlijk doen gemeenten dit niet allemaal zelf, dié aanname van critici klopt niet. Maar die ketenregie pakt de gemeente wel. En vervolgens worden die instellingen ingeschakeld die echt gespecialiseerd zijn, vanuit het vertrouwen in die expertise. Samenwerken op een fundament van vertrouwen in elkaar, dat is de basis.

Misschien zit het hart van de transitie in dat ene woordje. Van patiënt naar burger. Het eerste zal blijven, de transitie voegt het tweede toe. En dat is hoe dan ook winst.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten