Waar komen die “vlekjes in het onderwijs” toch vandaan?
Het kan toch niet zo zijn dat het onderwijs al die kinderen maar als vlekjes bestempeld? Hoe komt het toch dat er ineens meer stoornissen gediagnosticeerd worden? Dat moet wel een reden hebben in de trant van financieel gewin.
De politici slaan het Nederlandse volk er mee om de oren en diverse gewaardeerde hoogleraren zijn maar al te graag bereid om in de media te verklaren dat het aantal stoornissen helemaal niet zo sterk kan stijgen.
De cirkel is rond: het onderwijs graait geld binnen door kinderen als “afwijkend” te bestempelen als ze iets te hard hoesten. Hoppa, etiket erop geplakt! Geld is binnen!
Dezelfde professoren verklaren wel dat door de veranderende normen en waarden of ingewikkelder opvoedingsvragen en/of “de maatschappij” de onderwijsuitdaging ingewikkelder wordt. En dat ervaart de man en vrouw voor de klas al enkele jaren. “Het wordt ingewikkelder, help me, ondersteun me!”.
Tja, zei de politiek enkele jaren geleden, dat kan dan wel zo zijn, maar jok je niet? Is het wel echt zo dat er “iets aan de hand is?” Bewijs dat maar eens. Wat is er dan al helemaal aan de hand met dat kind?
“Nou, niet zozeer met dat kind… maar het wordt steeds moeilijker, onderwijs geven”.
De politiek liet zich niet van het stuk brengen en eiste bewijslast dat er wat aan de hand was met dat kind. Geen bewijs dat het kind niet helemaal in orde was, dan ook geen extra hulp!
De manier van bewijzen werd zelfs voorgeschreven in een protocol dat in de jaren daarna steeds weer scherper werd bijgesteld. Een van de bewijs-eisen was/ is: “er moet een aanwijsbare stoornis zijn”.
Het onderwijs bleef protesteren: “Jullie redeneren vanuit een medisch model! Het gaat om de gehele situatie! Oók de opvoeding, de maatschappij, al die mobieltjes of zo, maar geef me nou hulp en begeleiding, want het gaat gewoon zo niet meer, zonder die ondersteuning”.
Nee, zei de politiek, die haar geest al zag dwalen; er moet een stoornis zijn!
Dús werden de leerlingen naar een psychiater gestuurd om aan de bewijslast te kunnen voldoen. Dús werden er vlekjes geconstateerd, diagnoses gesteld en etiketten geplakt. Dat alles gadegeslagen door een walgend onderwijsveld, dat zeer protesteerde tegen deze verplichte medische bewijsvoering om maar enige ondersteuning te kunnen krijgen.
“Het kan toch niet zo zijn dat er steeds meer gevlekte kinderen komen”, zegt de politiek nu. Nee, natuurlijk niet!
Maar de situatie in de klas wordt steeds moeilijker, hoe het ook komt. Met of zonder vlekjes. Die vlekjes heeft het onderwijs helemaal niet bedacht, maar de toenmalige minister of staatssecretaris! Het moest! Waarschijnlijk waren die vlekjes er altijd al, maar niemand had enige behoefte om die op te zoeken. Tótdat de minister het eiste! Geen vlekje? Dan zeur je maar wat, er is niets aan de hand! Als er geen “bewezen gestoorde” in je klas zit is er is geen hulp of begeleiding nodig.
De hedendaagse politici, gesteund door de gewaardeerde hoogleraren verbazen zich over het toenemend vlekkerig onderwijsklimaat.
Een onderwijzer, een leraar denkt helemaal niet in termen van vlekjes. Dat is ingevoerd door de toenmalige staatssecretaris van onderwijs.
Of het nou aan de opvoeding ligt, of de I-pads en mobieltjes, of aan de wereld die steeds ingewikkelder wordt, vriend en vijand zijn het daar niet over eens.
De leraar interesseert het ook geen barst of er een vlekje is. Men baalt er van dat er alleen dán begeleiding komt als er een batterij psychiaters en/of GZ-psychologen aan te pas moet komen om te bewijzen dat er hulp nodig is in de klas.
De leraar zegt alleen: hellup! Leerlingen veranderen. Ik verander mee, maar ik heb hulp nodig, begeleiding, steun.
En de politici, gesteund door gewaardeerde professoren zeggen:
“Jullie plakken maar etiketten, al die vlekjes… pfffff….. kán helemaal niet!”
Het gáát helemaal niet om die vlekjes, die diagnoses, die etiketten!
Het gaat erom dat het ingewikkelder wordt om onderwijs te geven.
Het gaat erom dat de leraar schreeuwt om hulp en begeleiding.
En de politiek reageert: “Jullie stoppen kinderen in reservaten, omdat ze een vlekje hebben”.
Om in begeleidingstermen te formuleren: de politiek snapt de hulpvraag niet. Of verdraait die bewust om naar beschuldigingen: “vlekjes, etiketten, reservaten, dat is toch te gek voor woorden”. En hoogleraren als Micha de Winter en Kees van der Wolff knikken in een onderwijsdebat op TV en dat geeft het e.e.a. ook nog eens een wetenschappelijke bodem.
Ja, het is te gek voor woorden.
Peter Mol,
Orthopedagoog
directie@recnh45.nl
En wat is nu het 'mooie'? Met wijdt het allemaal aan verkeerd eten, smartphones, computers, etc. Ons kind heeft toen hij jong was nagenoeg niet gesnoept en bijna geen TV gekeken. De dag dat ik besloot het ding aan te zetten omdat onze driejarige niet wist wat een teletubbie was herinner ik me nog als gisteren. Computerspelletjes hebben we al gauw op slot gedaan. De smartphone mocht hij zelf opsparen, maar hij spaarde liever gebruiksartikelen voor zijn fieps op. Dus zo'n ding heeft onze tiener toch niet. En toch behoorde hij jarenlang tot het zwaarste kaliber rugzakleerlingen. Rara, hoe kan dat? Het rugzakje heeft wel wonderen gedaan, want na zo'n 8 jaar heeft hij de helft minder hulp nodig dan toen en is hij behoorlijk zelfredzaam geworden. Dankzij relatief vroege hulp.
BeantwoordenVerwijderenIntussen doe ik een HBO-opleiding, niet eens sociaal getint. Het regent zelfreflecterende opdrachten en groepsopdrachten, veel meer dan op de HBO-opleiding toen ik jong was. En de moderne reguliere middelbare school doet daar ook al veel aan vanaf de eerste klas. Rara hoe komt het dat zo veel leerlingen het zwaar hebben? En raad eens? Ik haal zeer hoge cijfers. Het huidige onderwijs is dus zeer geschikt voor meisjes van in de 40, zelfs als ze een 'vlekje' hebben.....Het is wel zo dat ik voor mijn geboorte met enig gif in aanraking kwam. Kort voor zij zwanger werd werkte mijn moeder in industriegebieden, waar de fabriekspijpen nog niet hoog genoeg waren gemaakt. De ladders sprongen elke dag spontaan in haar kousen van het gif. Toen ik in haar buik verscheen was ze al met werken gestopt gelukkig, maar wat zou dat voor effect hebben gehad? Wie weet. Ze kreeg me op jonge leeftijd.
Overigens zou ik graag eens met De Winter praten. Ik koos toen ik 16 was bijna tussen de dood en de harddrugs, omdat mijn 'vlekje' toch behoorlijk onleefbaar was en ik zelf schuldig daar aan werd bevonden (wat De Winter zo graag wil). Ik kon mijn eigen 'vlekje' namelijk niet genezen, zodat ik 'ongemotiveerd' was. Ik begon me uren op mijn kamer op te sluiten met de vraag waarom ik niet als Jacqueline of Monique kon zijn, dat eisten de toenmalige hulpverlening, klonen van De Winter, namelijk van mij. Mijn hyperactieve buien kon ik niet onderdrukken, zodat ik mezelf ging haten en de agressie op mezelf ging richten. Paar jaartjes opname er tegen aan en het ging weer een heel klein beetje. Al bleef ik met een zeer groot minderwaardigheidsgevoel zitten, omdat alles 'gebrek aan motivatie' was. Zo wil De Winter het graag zien.....